In onze publicaties, de gratis te downloaden whitepapers, het handboek ‘Iedereen Aandeelhouder’ en op de blog is veel te vinden over hoe werknemersaandelen of varianten daar op, ingevoerd kunnen worden. U kunt hier lezen hoe SNPI u hierbij kunt helpen. Echter, een participatieplan vergt ook onderhoud. Na het invoeren van een plan begint het allemaal pas echt. Gelukkig kan SNPI u daar ook van informatie over voorzien.
Bij de invoeringvan werknemersaandelen is er (hopelijk) heel veel tijd en aandacht besteed aan de inhoudelijke zaken van het plan, aan het informeren van het personeel, aan brochures en andere communicatiemiddelen. De eerste handelsronde is geweest en de eerste mensen hebben ingetekend. Hopelijk is dan 25% tot 50% van uw mensen meteen de eerste ronde ingestapt. Maar wat gebeurt daarna? Een participatiegraad van 50% is een mooi, vaak wel haalbaar resultaat. Om dat blijvend te behalen zult u er goed aan doen om met enige regelmaat aan uw medewerkers te vertellen waarom u het belangrijk vindt dat zij mede-aandeelhouder worden.
Uiteraard informeert u de zittende medewerker aandeelhouders voortdurend over hoe het gaat met uw onderneming. Maar vergeet dan niet om ook uw andere medewerkers een en ander te vertellen en hen ook hierbij te overtuigen van het belang van een brede participatie. Vraag de medewerker aandeelhouders die zijn ingestapt om hun verhaal te delen. Waarom doen zij mee? Vooral bij pure aandelenkoopplannen blijkt het best lastig een hoog deelnamepercentage te bereiken. U doet er altijd goed aan om te achterhalen waarom uw medewerkers niet meedoen. Een korte anonieme enquête is dan een goed idee. Op basis van de resultaten van deze enquête kunt u wellicht aanpassingen bedenken en toepassen. Het belangrijkste is dat de onderneming informatie over het aandelenplan zo vaak mogelijk herhaalt. De grootste fout die bedrijven maken is dat het plan slechts één keer per jaar ter tafel komt, wanneer er weer een handelsdag gaat aankomen. Heeft u het plan op een goede manier geïntegreerd in bestaande communicatievormen en werkt het plan zoals was uitgedacht bij de implementatie, dan hoeft u jaarlijks weinig extra onderhoud te plegen aan uw participatieplan. Uw onderhoud bestaat uit het continu informeren van uw medewerkers over de activiteiten van het bedrijf en hoe het nu en in de toekomst gaat.
De kunst van een participatieplan blijft het afstemmen van vraag en aanbod. Iets wat u vanaf het begin moet blijven monitoren en sturen. Houd daarbij de waardering van de onderneming van de onderneming als leidraad. Kijk ook naar de doelen: wilt u de onderneming laten groeien en op den duur de aandelen verkopen, dan is iedereen gebaat bij een zo hoog mogelijke koers. Is het participatieplan bedoeld om mede-eigenaarschap te stimuleren en samen delen in de resultaten dan heeft u meer aan een koers die langzaam stijgt, met gezonde koers- winstverhoudingen. U bent degene die aan deze knoppen draait. Wanneer u ziet dat de koersen gaan dalen of heel sterk gaan stijgen, ga dan niet achterover leunen en niets doen. Ook als uw medewerkers een groot vertrouwen hebben in de onderneming, zullen ze willen gaan verkopen zodra de koersen dalen, ook al is die koers daarvoor jaarlijks gestegen. U moet hierop gaan anticiperen. Maar ook koersen die te sterk blijven stijgen vragen om een interventie. Ook dan zullen aandeelhouders vaker willen verkopen.
Voor meer informatie over financiële participatie en de daaraan gekoppelde medezeggenschap door werknemers, leest u onze handleiding. SNPI is er om u op weg te helpen. Neem vrijblijvend contact met ons op, via ons telefoonnummer: 030-7531462 of mail@snpi.nl